1. Voer eenvoudige veiligheidscontroles uit

2. Stel alle spiegels en stoelen af ​​voordat u de sleutel in het contact steekt

3. Gebruik uw mobiele apparaat niet

4. Oefen defensief rijden

5. Pas op voor de andere kerel

6. Kijk ver vooruit tijdens het rijden

7. Volg niet te nauw: aangezien u de bedoeling van de bestuurder voor u niet kunt lezen, moet u de achterklep niet gebruiken.

8. Vermijd de NO-Zone

9. Volg de verkeerslichten: let op en gehoorzaam de verkeerslichten.

10. Wees extra voorzichtig bij slecht weer: Wees extra voorzichtig bij slecht weer: vergroot de ruimte tussen uw auto en uw voorligger, overweeg om onder de snelheidslimiet te rijden en wees alert in bochten.

11. Draag uw veiligheidsgordel: Als u de veiligheidsgordel op de juiste manier draagt, voorkomt u dat u rond de binnenkant van een neerstortend voertuig wordt geslingerd of, in het ergste geval, door de voorruit wordt geslingerd.

12. Rijd niet slaperig: zorg voor voldoende verjongende slaap!

13. Vermijd afleiding: anders dan mobiele telefoons, leidt eten, gehannes met gps of andere elektronische apparaten de aandacht van de bestuurder af van de weg.

14. Snelheid niet

15. Rijd niet dronken

16. Pak een noodpakket in: Zorg voor een EHBO-doos.

www.hallorijbewijs.nl